De enkel bestaat uit drie botten, het scheenbeen, het kuitbeen en het sprongbeen. Uw enkel kan aan de buitenkant, binnenkant, achterkant of een combinatie daarvan gebroken zijn. U kunt uw enkel breken doordat u zich verstapt of verzwikt of als u valt.
De meest voorkomende breuk is aan de buitenkant van uw enkel. Hierbij zit er een breuk in het kuitbeen. Als uw enkel aan de binnenkant gebroken is, heeft u een breuk in het scheenbeen. Als uw enkel aan de achterkant gebroken is, heeft u een breuk in het sprongbeen. Een breuk in het kuitbeen is op te delen in 3 soorten:
- Weber A. Hierbij heeft de enkelband een stuk bot meegetrokken en zit de breuk onderaan het kuitbeen.
- Weber B. Hier zit de breuk hoger dan bij Weber A, maar door het enkelgewricht.
- Weber C. Hier zit de breuk boven het enkelgewricht.
Als uw enkel gebroken is, kunt u last hebben van de volgende klachten:
- U kunt niet meer staan en/of lopen.
- Uw enkel is blauw.
- Uw enkel is gezwollen.
- Uw enkel doet pijn tijdens het bewegen en als u er op drukt.
- Uw voet tintelt.
Wanneer u een vermoeden heeft dat uw enkel gebroken is, zorg er dan voor dat u uw enkel niet beweegt. Houdt uw voet hoog door deze op bijvoorbeeld een stoel te leggen. Om de zwelling te verminderen kunt u de enkel koelen met een ice pack of een koude natte doek.
Overzicht gezondheidsklachtenHeeft u een vermoeden dat uw enkel gebroken is, bel dan direct uw huisarts of de huisartsenpost. Waarschijnlijk wordt u doorgestuurd naar het ziekenhuis waar een röntgenfoto wordt gemaakt. Afhankelijk van hoe ernstig uw gebroken enkel is, wordt er eventueel een operatie uitgevoerd.
Er wordt altijd gips aangebracht, zodat u uw enkel niet meer kunt bewegen. Het gips blijft ongeveer vijf weken zitten. In deze vijf weken heeft u een controle in het ziekenhuis om te kijken of uw enkel goed geneest. Als u tijdens deze vijf weken, last krijgt van één van de volgende dingen, bel dat gelijk uw huisarts:
- Uw voet is dikker dan normaal.
- Uw voet is paars, blauw of heel bleek.
- Uw voet tintelt.
- Uw voelt pijn onder het gips en niet op de plek van de breuk.
- Uw gips is nat geworden.