Bij astma heeft uw kind moeite met ademhalen. Het is een chronische ontsteking van de luchtwegen. In de longen zitten buisjes waardoor de lucht in de long kan komen. Bij astma zijn deze buisjes verdikt, waardoor het ademen moeilijker gaat. Astma ontstaat door bepaalde prikkels waar uw kind aan blootgesteld wordt. Deze prikkels kunnen veroorzaakt worden door een allergie of door andere oorzaken. Allergische prikkels kunnen zijn:
- Huisstofmijt.
- Huisdieren.
- Pollen van bijvoorbeeld gras.
- Schimmels.
Niet allergische prikkels kunnen zijn:
- Verkoudheid.
- Griep.
- Kou.
- Vochtige lucht.
- Rook.
- Vervuilde lucht.
- Sporten.
- Bepaalde medicijnen.
De kans dat uw kind astma krijgt, is groter als:
- Een gezinslid ook astma heeft.
- Een gezinslid een allergie heeft.
- Uw kind een allergie heeft.
- Uw kind last heeft van eczeem.
- Uw kind overgewicht heeft.
- Uw kind te vroeg geboren is.
- De moeder van uw kind tijdens de zwangerschap heeft gerookt.
- Uw kind in de eerste levensjaren is blootgesteld aan rook.
Naast normale astma bestaat er ook peuterastma. Peuterastma komt voor bij kinderen onder de vier jaar oud en vooral als zij verkouden zijn. Het verschil tussen peuterastma en normale astma is:
- Peuterastma gaat vaak na het vierde levensjaar vanzelf over en normale astma heeft iemand vaak levenslang.
- Peuterastma komt vooral in periodes voor, terwijl normale astma altijd kan optreden.
De klachten van astma komen in aanvallen. Vaak gebeurt dit ’s ochtends of ’s avonds. Uw kind kan dan last hebben van de volgende klachten:
- Moeite met ademhalen.
- Benauwdheid.
- Piepende ademhaling.
- Versnelde ademhaling.
- Hoesten. Daarbij kan ook slijm opgehoest worden.
Om astma bij uw kind te voorkomen, kunt u het volgende doen:
- Rook niet tijdens de zwangerschap.
- Rook niet in de buurt van uw kind.
- Geef uw kind, na de geboorte, borstvoeding. Het is niet zeker of dit helpt, maar wordt wel geadviseerd.
Als uw kind astma heeft, kunt u het volgende doen:
- Rook niet in de buurt van uw kind of in huis.
- Zorg dat uw kind voldoende beweegt, ondanks dat het hierdoor benauwd kan worden. U kunt voor het sporten uw kind medicijnen geven, zodat het minder benauwd wordt.
- Zorg dat uw kind een gezond gewicht heeft. Overgewicht verergert de klachten.
- Als uw kind allergisch is, zorg dan dat uw kind zo weinig mogelijk in contact komt met de allergie.
- Zorg ervoor dat uw kind zo weinig mogelijk in vervuilde lucht is.
Er bestaan medicijnen voor astma. Deze zorgen ervoor dat de luchtwegen minder vernauwd zijn. Er zijn twee soorten medicijnen:
- Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de luchtwegen gelijk breder worden en uw kind beter kan ademen. Dit medicijn gebruikt u tijdens een astma aanval.
- Onstekingsremmers zorgen ervoor dat uw kind voor een langere periode minder vaak klachten heeft. Dit medicijn gebruikt u elke dag en werken pas na een aantal weken.
Neem gelijk contact op met de huisarts of huisartsenpost als:
- Uw kind heel erg benauwd is.
- Uw kind na de medicatie, tijdens een aanval, toch erg benauwd blijft.
Neem contact op met uw huisarts als:
- U vermoedt dat uw kind astma heeft.
- Uw kind meer dan twee keer per week een zware astma aanval heeft.
- Uw kind de medicatie niet goed kan innemen.