Minder zien komt veel voor. Er kan onderscheid gemaakt worden in bijziendheid en verziendheid. Bij verziendheid ziet u ver weg meestal goed, maar dingen die dichtbij staan, worden niet scherp waargenomen. Dit kunt u merken aan dat u het lastig vindt om te lezen of omdat u dingen verder van u afhoudt, zodat u het beter kan zien. Bijziendheid houdt in dat u van dichtbij goed ziet en dingen in de verte niet scherp kan zien. Dit merkt u aan dat u met de ogen knijpt om dingen in de verte waar te nemen of doordat u mensen in de verte niet kunt herkennen.
De oorzaak van slechter zien bij mensen onder de 65 jaar komt meestal doordat de lens in hun oog minder goed kan scherpstellen of doordat het hoornvlies ongelijk gevormd is. In deze gevallen kan een bril of lenzen helpen. Als u 65 jaar of ouder bent, komt slecht zien vaker voor door oogziektes. Voorbeelden hiervan zijn: staar, een glaucoom, glasvochtloslating of maculadegeneratie. U kunt ook minder gaan zien door:
Als u minder ziet, heeft u vaak last van de volgende klachten:
Als u merkt dat u minder ziet, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
Als u minder ziet door een oogziekte, is het belangrijk om hiervoor behandeld te worden. Zelf kunt u er niet veel aan doen, wel is het zo dat oogziektes vaak goed te behandelen zijn. Oogziektes kunnen veel impact hebben op uw leven.
Om vast te stellen of u een oogziekte heeft, worden er bepaalde testen afgenomen:
Bij sommige mensen is er dusdanige schade aan de oogzenuw, waardoor u misschien problemen kan ervaren met autorijden. Informeer bij uw oogarts naar de mogelijkheden die voor u gelden met een oogziekte.
Neem met spoed contact op met uw huisarts of huisartsenpost als u een van de volgende klachten ervaart: