Uw heup bestaat uit een kom en een kop. De kom is een holte in uw bekkenbot en de kop zit bovenaan uw bovenbeen. Deze twee moeten goed in elkaar passen, zodat het heupgewricht goed kan bewegen. Als de verhouding tussen de kom en de kop niet goed is, heeft u heupdysplasie. Hierbij kan de kop verschuiven in de kom en uit de kom glijden. Het is niet pijnlijk, maar bij geen behandeling kan er op jonge leeftijd artrose ontstaan. Het wordt vaak al ontdekt op jonge leeftijd en ontstaat tijdens de zwangerschap of in de baby- of peutertijd. Het is niet duidelijk waarom dit gebeurt. De kans op heupdysplasie is groter bij:
Om klachten op volwassen leeftijd te voorkomen, moet heupdysplasie op een vroege leeftijd worden ontdekt. Na de geboorte en bij het consultatiebureau wordt uw baby gecontroleerd op heupdysplasie.
Op latere leeftijd kunt u de volgende klachten van heupdysplasie hebben:
Als uw baby last heeft van heupdysplasie raden wij u de volgende adviezen aan:
Een behandeling bij heupdysplasie bestaat vaak uit een spreidmiddel. Deze kan ervoor zorgen dat uw baby de heupen buigt en spreidt. Hierdoor zal de kom en de kop van het heupgewricht goed gaan staan. Het duurt vaak een aantal weken of maanden voordat uw baby de benen weer goed kan strekken. Uw baby wordt tot 5 jaar na de behandeling nog gecontroleerd door een specialist. Als de heup na 5 jaar goed staat, zal uw kind later geen problemen aan de heup hebben.
Neem contact op met uw huisarts in de volgende gevallen: