Peesirritatie van de duim en pols

Een peesirritatie van de duim en pols wordt ook wel een peesirritatie van De Quervain genoemd. Bij uw duim heeft u twee pezen die, samen met de spieren, ervoor zorgen dat u uw duim kunt strekken. Deze twee pezen zitten samen in een soort koker, ook wel peeskoker genoemd. In deze koker glijden de pezen heen en weer.

Als u last heeft van een peesirritatie, glijden deze pezen minder goed heen en weer. Dit kan komen doordat de pezen of de peeskoker geïrriteerd zijn. De peeskoker wordt dan te smal voor de pezen, waardoor ze minder goed kunnen bewegen.

Hoe een peesirritatie van de duim en pols ontstaat is niet bekend. Er wordt gedacht dat het komt doordat de duim en pols langere tijd dezelfde beweging maken, waarbij veel kracht gebuikt wordt om de duim te strekken of te buigen. Vaak komt het voor bij jonge moeders die hun baby vaak optillen.

Bij een peesirritatie van de duim en pols kunt u last hebben van de volgende klachten:

• U heeft pijn aan uw pols aan de kant van uw duim. De pijn kan ook in uw duim of onderarm zitten.
• Tijdens het tillen, of bij het draaien van uw pols, kan de pijn erger worden.
• Uw pols, aan de kant van uw duim, is dikker dan normaal.
• U heeft moeite met dingen vastpakken.
• U heeft minder gevoel aan de bovenkant van uw duim en in de wijsvinger.

Vaak verdwijnen de klachten vanzelf als u genoeg rust geeft aan uw duim en pols.

Zorg ervoor dat u uw duim en pols voldoende rust geeft. Probeer niet te veel kracht te zetten met uw pols en vermijdt herhaalde bewegingen. Zorg er wel voor dat u uw duim en pols blijft gebruiken, zodat het niet stijf wordt. Als u pijn heeft tijdens uw werk, bespreek dit dan met de bedrijfsarts. Als u veel pijn heeft, kunt u pijnstillers gebruiken, zoals paracetamol of ibuprofen.

Neem contact op met uw huisarts als:

• U nog klachten heeft na zes weken.
• De klachten niet minder worden, terwijl u voldoende rust neemt.
• De klachten erger worden.

Als het nodig is, kan uw huisarts een behandeling starten met een spalk of een prik. De spalk zorgt ervoor dat u uw pols minder kan gebruiken, waardoor het voldoende rust krijgt. Uw huisarts kan u hiervoor doorverwijzen naar een handtherapeut. De prik bestaat uit een ontstekend remmend medicijn, waardoor uw klachten verminderen of verdwijnen. Samen met uw huisarts kunt u beslissen of u een behandeling wilt en of u een spalk, een prik of een combinatie hiervan wilt krijgen.