In het kort
Bij winterhanden heeft u met koud weer last van uw handen of vingers. Deze kunnen jeuken of pijn doen. Door de kou worden de handen en/of vingers rood, blauw of paars van kleur. Dit kan gebeuren bij temperaturen onder de 15 graden.
Winterhanden worden ook wel perniones genoemd. U heeft dan met koud weer last van uw handen of vingers. Deze kunnen jeuken of pijn doen. Ook kan het voorkomen bij de voeten, kuiten, billen, neus, oren, polsen en benen. Vrouwen hebben vaker last van winterhanden dan mannen en u kunt het op elke leeftijd krijgen. Winterhanden ontstaan doordat de bloedvaatjes in de handen vernauwen bij kou. Dit gebeurt normaal ook in de kleinere bloedvaatjes, maar bij winterhanden gebeurt dit ook in de grote bloedvaten in de hand. Hierdoor worden de handen en/of vingers rood, blauw of paars van kleur. Dit kan gebeuren bij temperaturen onder de 15 graden.
Waarom iemand last heeft van winterhanden is niet bekend, maar u kunt wel meer risico op winterhanden als u:
- Vaak in een koude of vochtige omgeving bent voor bijvoorbeeld uw werk
- U rookt
- U bètablokkers gebruikt
- U te dun bent
- U te weinig beweegt
- U zich niet goed beschermt tegen de kou
- U strakke kleding draagt
Als u last heeft van winterhanden, kunt u de volgende klachten hebben:
- Jeukende vingers of handen
- Pijn in uw vingers of handen
- Brandende vingers of handen
- Rode, paarse of blauwe vingers of handen
- Licht gezwollen vingers of handen
Deze klachten komen ook voor als u last heeft op andere plekken op uw lichaam. Als u door de jeuk veel gaat krabben, kunnen er ook wondjes op de huid komen.
De klachten van winterhanden gaan vanzelf over. Dit duurt vaak enkele weken, maar u kunt ook de hele winter last hebben. Hoe kouder het is, hoe meer klachten u krijgt. Bij warmer weer heeft u geen klachten. Winterhanden kunnen elk jaar weer terugkomen, maar dat gebeurt niet altijd. Kinderen hebben vaak een aantal jaren last van winterhanden en daarna niet meer.
Overzicht gezondheidsklachtenOm winterhanden te voorkomen kunt u het volgende doen:
- Vermijd koude plekken
- Zorg dat uw handen of vingers niet worden afgekneld door kleding
- Stop met roken
- Bescherm uw lichaam tegen de kou
Als u last heeft van winterhanden kunt u het volgende doen:
- Probeer uw handen en vingers niet te snel op te warmen. Dit maakt de klachten alleen maar erger. Zorg dat u geleidelijk uw handen weer opwarmt.
- Zorg ervoor dat u niet gaat krabben aan uw handen of vingers. Zo voorkomt u dat u wondjes krijgt.
- Als u bètablokkers gebruikt en veel last heeft van winterhanden, kunt u met uw huisarts bespreken of u minder van dit medicijn kan nemen. Uw klachten kunnen dan verminderen, maar dit gebeurt niet altijd.
- Als u door uw winterhanden niet goed uw werk kunt uitvoeren of u denkt dat de winterhanden komen door uw werkomstandigheden, neem dan contact op met de bedrijfsarts.
Neem contact op met de huisarts als:
- U wondjes, blaren of zweren op uw handen en vingers krijgt
- U ook last heeft van winterhanden, terwijl het niet koud is of u niet in een koude omgeving bent
- U ook last heeft van andere klachten dan hierboven beschreven