Een ruptuur houdt in dat weefsel is verscheurd of ingescheurd. Het kan voorkomen in ieder soort lichaamsweefsel, zoals een spier, de huid of een pees. Door overmatige belasting kan dit voorkomen. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen:
- Een verstuiking. Hierbij zijn een of meer banden, kapsels of ligamenten gerekt, ingescheurd of doorgescheurd. Het gewricht wordt dan snel pijnlijk, dik en blauw. Vaak is het moeilijk om het ook te bewegen.
- Een verzwikking. Hierbij worden banden opgerekt waardoor er klachten ontstaan. Er kunnen botstukjes verschuiven in het gewricht, wat ervoor zorgt dat het gewricht instabiel wordt.
- Een verrekking. Hierbij gaat het om een spier die te sterk is uitgerekt. Door de verrekking ontstaan er kleine vezelbeschadigingen.
- Een scheuring. Hierbij kunnen volledige spierbundels doorgescheurd worden. Dit zie je doordat er een inkeping te zien is op de plek van de blessure.
Afhankelijk van de plek en ernst van uw blessure ontstaan er klachten. Voorbeelden van klachten zijn bijvoorbeeld:
- Een zwelling.
- Verkleuring van de huid.
- Pijn.
- Belemmering bij het bewegen van het lichaamsdeel.
- Bloeduitstorting.
Bij een ruptuur kunt u de volgende adviezen opvolgen:
- Zorg ervoor dat u stopt waar u mee bezig was. Ga ook niet verder sporten als u pijnklachten ervaart.
- Koel de pijnlijke plek met een ice-pack. Zorg ervoor dat u dit in een theedoek wikkelt, zodat de huid niet bevriest. Dit wordt gedaan om een zwelling te voorkomen. Dit kan namelijk meer pijnklachten veroorzaken.
- Breng een compressie aan op de aangedane plek. Let hierbij wel op dat deze niet knelt of afknijpt.
- Leg het aangedane lichaamsdeel hoger dan de rest van het lichaam, bijvoorbeeld op een aantal kussens.
Zorg ervoor dat u de eerste paar dagen na de blessure een tijd rust neemt. Als de pijn afneemt, kunt u voorzichtig rekoefeningen doen. Langzaamaan kunt u opbouwen met spierversterkende oefeningen die u langzaam intensiever kunt maken. Let erop dat zodra u pijnklachten krijgt, u stopt met de oefening of een stapje terug neemt. Als de oefeningen te pijnlijk of zwaar zijn, zal uw herstel vertragen.
Om een ruptuur te voorkomen, kunt u:
- Beginnen met een goede warming-up voordat u gaat sporten.
- Houd een goede trainingsopbouw aan. Begin niet te snel en doe niet teveel als u net begint. Let ook op spierkrampen, dit kan een teken zijn van overbelasting.
- Let op uw techniek. Het is van belang om een goede techniek aan te houden om te voorkomen dat u de gewrichten verkrampt of forceert.
- Zorg ervoor dat u bij koud en/of nat weer een lange broek aan heeft.
- Sluit af met een cooling-down.
Neem contact op met uw huisarts in de volgende gevallen:
- Uw pijn wordt erger.
- Uw aangedane lichaamsdeel wordt elke dag dikker.
- U heeft na 2 tot 3 weken na de blessure nog steeds pijn.
- U krijgt tintelingen in het aangedane lichaamsdeel of u krijgt minder gevoel in het aangedane lichaamsdeel.