Home » Voor zorgprofessionals » Wetenschappelijke validatie » Toetsrapport van de app <i>Moet ik naar de dokter?</i>

Toetsrapport van de app Moet ik naar de dokter?

Uitgangspunt voor deze toets was het onderzoeksrapport van IQ-healthcare van februari 2014. We hebben nagegaan in hoeverre de geconstateerde tekortkomingen, zoals beschreven in het onderzoeksverslag, zijn opgelost en welke nog bestaan. Het geheel is voornamelijk geanalyseerd vanuit het perspectief van de veiligheid van zelftriage.

Methode

De app is getoetst door een groep huisartsen met kennis en ervaring in de spoedzorg, triage, onderzoek en audit. De app is getoetst aan de meest recente versie van de NHG-TriageWijzer, maar is met regelmaat ook vergeleken met de voorlaatste versie. Bij de toets is gebruik gemaakt van de toegang die ons is verleend tot het CMS van de MINDD-app.

Resultaten

Wij hebben de indruk dat op veel plaatsen de app, sinds het uitkomen van het IQ-Healthcare rapport, is aangepast, al dan niet naar aanleiding van het rapport. De conclusie van IQ-Healthcare dat de app veilig is, behoeft niet te worden bijgesteld. Op een vijftal punten willen wij enige nuance aanbrengen:

  1. Op enkele, hierboven aangeduide plaatsen, is de app potentieel onveilig. Die onveiligheid betreft soms de triage (bijv. trage pols), maar soms ook het gegeven advies (bijv. pijn op de borst);
  2. Sommige adviezen lijken met zichzelf in tegenspraak te zijn (bijv. verlammingsverschijnselen);
  3. In de NHG-TriageWijzer wordt U5 als volgt omschreven: ‘Er is geen kans op schade op de korte termijn. Beoordeling door een arts is niet nodig of kan wachten. Actie: voorlichting en advies en/of verwijzing naar eigen huisarts/behandelaar’. We hebben de indruk dat de MINDD-app een U5 adviseert als een beoordeling door een arts niet nodig is. U4 wordt (soms) gegeven als het oordeel van een arts gewenst is, maar dan zonder tijdsdruk. Voorbeelden: Jeuk geslachtsorganen; angst voor een SOA. Daar is niet zo veel op tegen en het is veilig. De consequentie is wel dat de U4 en U5 in de NHG TriageWijzer en de MINDD-app niet volledig overeenstemmen;
  4. Eigenlijk kent de MINDD-app maar twee uitkomsten: Nu naar de dokter (eventueel via 112) of nu niet naar de dokter. In termen van de NHG-TriageWijzer: U5 of geen-U5. Differentiatie in de hogere urgenties is dan eigenlijk niet meer nodig. Bij het beoordelen via het CMS is ons dan ook opgevallen dat vele situaties hoger scoren dan strikt nodig volgens de NHG-TriageWijzer. Voor de app binnen het huidige toepassingsgebied levert dat geen problemen op. Echter, de app is daardoor niet geschikt voor een andere inzet dan waarvoor zij is gebouwd. Een potentiële interessante toepassing voor de app zou kunnen zijn hem te gebruiken als veiligheidsscreening bij het door de patiënten zelf laten vastleggen van een afspraak in de agenda van de huisarts. Zonder uitgebreide aanpassing van de inhoud is dat echter niet mogelijk;
  5. Op meerdere plaatsen zijn we verouderde triagecriteria tegengekomen. Onze conclusie is dat de huidige app niet is bijgewerkt met de jongste versie van de NHG-TriageWijzer. Voor het up-to-date houden van de MINDD-app zullen procedures moeten worden ontwikkeld.

Conclusie en discussie

Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat de conclusie van IQ-Healthcare, dat de app Moet ik naar de dokter? veilig is, niet hoeft te worden bijgesteld. De onderzoekers hebben de indruk dat op veel plaatsen de app, sinds het uitkomen van het IQ-healthcare-rapport, is aangepast, al dan niet naar aanleiding van het rapport.

Wijzigingen naar aanleiding van het validiteitsonderzoek van IQ-Healthcare en het toetsrapport:

Op basis van de adviezen van het validatieonderzoek van IQ-Healthcare en de toetsing van deze adviezen, is de gehele app gecontroleerd op basis van de huidige NHG TriageWijzer (hardcopy). De wijzigingen zijn beschreven in het logboek. Uiteraard is direct na het verschijnen van het advies de ernstige klacht van ‘pijn op de borst’ aangepast. Er is een advies toegevoegd waarin expliciet staat ‘bel 112’.

De app Moet ik naar de dokter? wordt nu, bij het uitkomen van een nieuwe richtlijn die wijzigingen geeft in de NHG-TriageWijzer, meteen bijgewerkt en de wijzing wordt in het logboek bijgehouden.

Wijzigingen zijn doorgevoerd door middel van het toevoegen van 27 nieuwe triagevragen, verwijderen van één overbodige triagevraag, het aanpassen van zeventien overige triagevragen en het aanpassen van de volgorde van triagevragen van achttien ingangsklachten. Daarnaast zijn bij de meeste ingangsklachten de urgenties aangepast naar de specifieke urgentie, zoals gegeven in de NHG TriageWijzer.

Uit veiligheid is bij een aantal ingangsklachten gekozen voor een hogere urgentie dan mogelijk volgt uit de NHG TriageWijzer. Dit geldt onder andere voor ‘pijn op de borst’, ‘hoofdletsel/ongeval’ en ‘verlammingsverschijnselen’. Indien er een verlaging van de urgentiecode is, betreft dit een verschuiving binnen de urgentiecodes U1 – U4, waardoor de uitkomst ‘naar de dokter’ zal blijven.

De verkregen triages via het CMS zijn in 2018 geanalyseerd, waardoor meer inzicht is gegenereerd in de triage-uitkomsten. Tevens zijn de inhoudelijke triages, vanuit medisch – en gebruikers perspectief geanalyseerd en heeft er een uitgebreide aanpassing plaatsgevonden. Hierdoor werd het mogelijk om een veilige differentiatie in de urgenties aan te brengen, wat betekent dat de urgentie-uitkomsten specifieker zijn bijgesteld.

Bent u benieuwd naar onze ontwikkelingen?

In onze maandelijkse release notes leest u hier meer over